Dordrecht

Dordrecht is in de 11e eeuw ontstaan tussen het toenmalige riviertje de Thuredrith en de Merwede te midden van veenmoerassen. De naam Thuredrith verwijst naar de doortocht of trekvaart tussen de Dubbel en de Merwede. Bescherming tegen het water is voor de stad altijd bepalend geweest. Water vormde een bedreiging, maar bood ook kansen voor de handelsnederzetting. Door haar strategische ligging ontwikkelde de stad zich tot een belangrijke handelsplaats. Dordrecht is gebouwd in het rivierengebied, met in het landschap ook zeeklei en laagveen. Het landschap kent een zeer dynamische geschiedenis, waarbij vooral de tweede Sint-Elisabethsvloed (1421) diepe sporen heeft nagelaten.

De drie Sint-Elisabethsvloeden hadden ook een enorme impact op de stad. Dordrecht kwam geïsoleerd te liggen, geheel omringd door water. Rond de stad werden muren gebouwd, niet alleen ter bescherming tegen de vijand maar ook als waterkering. In de jaren die volgden was aanslibbing van het Merwededek keer op keer aanleiding voor bedijking en verdere inpoldering. Het proces van inpolderen en aanwinnen van nieuw land eindigde in 1926 met de realisatie van de landbouwpolder ‘De Biesbosch’. Sinds 1872 doorkruist de spoorlijn het agrarische poldergebied. De eerste nieuwbouwwijk buiten de stadsmuren is eind 19e eeuw gebouwd nabij het station. Na de oorlog breidde de stad zich snel uit.

De drie afbeeldingen tonen een 3D-doorsnede van stad en omgeving:

  1. de topografische kaart van de huidige situatie, voor de herkenbaarheid.
  2. de kaart rond 1900, met de bebouwing, waterlopen en bodem aan de oppervlakte en de lagen in de ondergrond tot 30 meter diepte. De ‘gehechte stad’ heeft een logische plek in het natuurlijke systeem.
  3. de kaart van 2018, met daarin de aanhechtingen van de stad tot 1980, waarbij de logische relatie met het natuurlijke systeem meer en meer wordt losgelaten, en de ‘onthechte stadsuitbreidingen’ tot 2018, waarbij er nauwelijks meer sprake is van een logische relatie met het natuurlijke systeem.